De helende kracht van de natuur
Door Siba Sahabi
Contact met de natuur heeft een positieve invloed op de manier waarop onze hersenen informatie verwerken. Alleen al in de natuur zijn, stimuleert het herstel bij stress en ziekte. De natuur geeft ons namelijk de onbewuste boodschap dat we mogen ontspannen. Wetenschappers noemen dit fenomeen ‘restoratief effect’. In dit artikel kijken we hoe dit effect gebruikt kan worden in het moderne ziekenhuis.
Liefde voor de natuur
Er bestaat een speciale term die de relatie tussen de mens en de natuur uitdrukt, en dat is biofilie. Biofilie betekent letterlijk ‘houden van het leven’. Deze Oudgriekse term bestaat uit twee termen bios (leven) en filia (liefde). Hij beschrijft de menselijke behoefte om in contact te zijn met de natuur. Onderzoek onderschrijft het nut van deze liefde. Onder invloed van de natuur ervaren we minder negatieve emoties zoals stress, angst en woede. Simpelweg door contact met de natuur ervaren patiënten minder pijn en hebben ze minder pijnstillers nodig. In het meest positieve geval zet de natuurervaring een snellere genezing in gang en zorgt zij voor een korter ziekenhuisverblijf. Sinds wanneer weten we dat de natuur zo’n enorme invloed op onze emoties en gezondheid kan hebben? En op welke manier worden de ‘restoratieve’ effecten in de zorg ingezet?
Tree #2 van Myoung Ho Lee, archival inkjet print, 2006 © Myoung Ho Lee, publikatie met dank aan Yossi Milo Gallery, New York
De Perzische tuin
Van oudsher werd de natuur vanzelfsprekend betrokken bij de behandeling van patiënten. In het Perzische Rijk werd een speciaal tuinontwerp ontwikkeld. De zogenaamde ‘Perzische tuin’ — ook ‘islamitische tuin’ of ‘Arabische tuin’ genoemd — kenmerkt zich door een drieduizend jaar oude traditie en symboliseert het paradijs op aarde. Mooi om te weten: het woord ‘paradijs’ is oorspronkelijk afgeleid van het Oudperzische woord pairidaēza, dat ‘omheining’ of ‘omheind park’ betekent.
In een Perzische tuin vind je in het midden een fontein (die ontspannende geluiden maakt) met eromheen meerdere bankjes waar je plaats kunt nemen om uit te rusten. Vanaf de fontein loopt het water door vier smalle kanalen in verschillende richtingen af. Het ziet er niet alleen mooi uit, maar de kanalen hebben ook een praktische functie: ze verzorgen de omliggende planten met water. De Perzische tuin wordt geassocieerd met vitaliteit en wedergeboorte — zowel voor gezonde als voor zieke mensen.
Viridaria
In Europa werden vanaf de middeleeuwen kloostertuinen voor mensen met fysieke en psychische klachten ter beschikking gesteld. Deze tuinen (ook kruistuinen of viridaria genoemd) benadrukten gastvrijheid en naastenliefde. De rechthoekige kloostertuinen bevonden zich meestal in het midden van een gebouwencomplex. Deze beplante binnenplaatsen waren omringd door vier muren met onder andere mooie arcades (ook kloostergangen of claustra genoemd) en voorzien van een centrale waterput. De arcades zorgden op hete dagen voor verkoelende schaduw en bij regen voor droge buitenruimtes.
Verder hadden kloostertuinen ook een geneeskundige functie. Historisch gezien hebben zij een enorme invloed gehad op de ontwikkeling van de westerse medicijnen. In de kruidentuin, de zogenoemde ‘herbularius’, werden planten met geneeskrachtige werkingen gekweekt. Ook oosterse en Zuid-Europese planten zoals venkel en de maggiplant werden in de Midden-Europese kloostertuin geïntegreerd en uitgebreid bestudeerd. Nonnen en monniken verkregen hun kennis uit eigen ervaring. Ook lazen en kopieerden ze de boeken van antieke auteurs, en deelden zij hun kennis, planten, preparaten en zaden met andere kloosters. Je zou kunnen zeggen dat het klooster als een soort laboratorium fungeerde.
De seculiere apotheek, die zich sinds de viertiende eeuw in de stedelijke omgeving uitbreidde, paste de kennis en het concept van de kloostertuinen toe. Hierdoor verving zij langzamerhand de functie van de kloostertuinen. In de zestiende eeuw werd een groot aantal kruidenboeken met nauwkeurige beschrijvingen en categorieën door verschillende kloosters gepubliceerd. Tevens werden botanische tuinen aan universiteiten met medische faculteiten gecreëerd. Deze tuinen zetten de traditie van de kloostertuinen voort en integreerden exotische geneeskrachtige kruiden voor educatieve doeleinden.
Tree...#6 van Myoung Ho Lee, archival inkjet print, 2013 © Myoung Ho Lee, publikatie met dank aan Yossi Milo Gallery, New York
Het paviljoenmodel
Ondanks de ontwikkeling van medicijnen waren in de tijdsperiode van 1750 tot 1900 nog niet genoeg medicijnen bekend om de verschillende ziekten van patiënten te behandelen. Ook ontbrak er kennis op het gebied van chirurgische behandelingen. De aandacht ging daarom uit naar specifieke diëten en het ‘manipuleren’ van de omgeving van de patiënt. In deze periode werd het zogenoemde paviljoenmodel ontwikkeld. Dit model bestaat uit verschillende kleine genezingsgebouwen op een groter terrein, vaak bestemd voor een bepaalde categorie patiënten en ingericht voor een specifieke maatschappelijke klasse. Deze paviljoens stonden los van elkaar in een parkachtig landschap. Het voordeel van het paviljoenmodel was de natuurervaring en de onderdrukking van kruisbesmetting onder patiënten. Nadelen waren dat het gebouwencomplex een groot stuk land vereiste en dat het ziekenhuispersoneel langer onderweg was.
In de twintigste eeuw werd de ziektekiemtheorie bevestigd, werden allerlei medische technieken verbeterd, en nieuwe medicijnen en operatietechnieken ontdekt. Door de ontdekking van penicilline werd de structuur van het paviljoenmodel overbodig omdat de kruisbesmetting tussen patiënten een minder groot probleem werd.
De genezende kracht van groen
Grote ziekenhuizen die vanaf de achttiende eeuw werden gebouwd, kenmerkten zich door een institutioneel karakter. De nadruk lag vooral op de moderne behandelmethodes en minder op een stimulerende omgeving. De helende kracht van de natuurervaring werd vanaf de negentiende eeuw uit het oog verloren, totdat de architect Roger S. Ulrich in 1984 de genezende werking van ‘groen’ bij het herstel van patiënten aantoonde. Volgens hem zou zuurstof, de fijne geur en zelfs het zicht op (echte en/of afgebeelde) bomen en planten al heilzaam zijn. Zijn publicatie was baanbrekend en bracht een herintegratie van de natuur in de zorg tot stand. Zo heeft Ulrich een nieuwe ontwerpstroming gestimuleerd die ‘Evidence-based design’ heet. EBD is een ontwerpstroming waarbij ontwerpbeslissingen gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek. De ontwerpen stimuleren positieve verbanden tussen de ziekenhuisomgeving en de gezondheid van de patiënt.
Tree #3 van Myoung Ho Lee, archival inkjet print, 2006 © Myoung Ho Lee, publikatie met dank aan Yossi Milo Gallery, New York
Herintegratie van de helende tuinen
We weten inmiddels dat het kijken naar natuur in minder dan vijf minuten tot een behoorlijke reductie van stress kan leiden. Daarom werden in een groot aantal Nederlandse ziekenhuizen ‘groene zones’ ingericht. Helaas kun je hier meestal niet van ‘tuinen’ spreken en vaak zijn de groene zones niet eens toegankelijk voor de patiënten, bezoekers en ziekenhuismedewerkers.
Het Tergooi Ziekenhuis in Hilversum laat zien hoe het ook kan: kankerpatiënten kunnen tijdens hun chemobehandeling plaatsnemen in een speciaal ontworpen paviljoen in de tuin van het ziekenhuis. Dit houten paviljoen beschikt over een glasdak, en de open structuur stimuleert de natuurervaring met al haar positieve effecten op het welzijn van de patiënt.
Wat zou het mooi zijn om een stukje ‘paradijs op aarde’ in alle moderne ziekenhuizen te integreren? Een Perzische tuin. Met een zacht klokkende fontein in het midden en zitplaatsen eromheen waar je kunt uitrusten. Een groene omgeving waar je alleen of met dierbaren naar prachtige planten en bloemen kunt kijken. Een plek die mooie gedachten en helende gevoelens oproept.
Ondanks de ontwikkeling van medicijnen waren in de tijdsperiode van 1750 tot 1900 nog niet genoeg medicijnen bekend om de verschillende ziekten van patiënten te behandelen. Ook ontbrak er kennis op het gebied van chirurgische behandelingen. De aandacht ging daarom uit naar specifieke diëten en het ‘manipuleren’ van de omgeving van de patiënt. In deze periode werd het zogenoemde paviljoenmodel ontwikkeld. Dit model bestaat uit verschillende kleine genezingsgebouwen op een groter terrein, vaak bestemd voor een bepaalde categorie patiënten en ingericht voor een specifieke maatschappelijke klasse. Deze paviljoens stonden los van elkaar in een parkachtig landschap. Het voordeel van het paviljoenmodel was de natuurervaring en de onderdrukking van kruisbesmetting onder patiënten. Nadelen waren dat het gebouwencomplex een groot stuk land vereiste en dat het ziekenhuispersoneel langer onderweg was.
In de twintigste eeuw werd de ziektekiemtheorie bevestigd, werden allerlei medische technieken verbeterd, en nieuwe medicijnen en operatietechnieken ontdekt. Door de ontdekking van penicilline werd de structuur van het paviljoenmodel overbodig omdat de kruisbesmetting tussen patiënten een minder groot probleem werd.
De genezende kracht van groen
Grote ziekenhuizen die vanaf de achttiende eeuw werden gebouwd, kenmerkten zich door een institutioneel karakter. De nadruk lag vooral op de moderne behandelmethodes en minder op een stimulerende omgeving. De helende kracht van de natuurervaring werd vanaf de negentiende eeuw uit het oog verloren, totdat de architect Roger S. Ulrich in 1984 de genezende werking van ‘groen’ bij het herstel van patiënten aantoonde. Volgens hem zou zuurstof, de fijne geur en zelfs het zicht op (echte en/of afgebeelde) bomen en planten al heilzaam zijn. Zijn publicatie was baanbrekend en bracht een herintegratie van de natuur in de zorg tot stand. Zo heeft Ulrich een nieuwe ontwerpstroming gestimuleerd die ‘Evidence-based design’ heet. EBD is een ontwerpstroming waarbij ontwerpbeslissingen gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek. De ontwerpen stimuleren positieve verbanden tussen de ziekenhuisomgeving en de gezondheid van de patiënt.
Tree #3 van Myoung Ho Lee, archival inkjet print, 2006 © Myoung Ho Lee, publikatie met dank aan Yossi Milo Gallery, New York
Herintegratie van de helende tuinen
We weten inmiddels dat het kijken naar natuur in minder dan vijf minuten tot een behoorlijke reductie van stress kan leiden. Daarom werden in een groot aantal Nederlandse ziekenhuizen ‘groene zones’ ingericht. Helaas kun je hier meestal niet van ‘tuinen’ spreken en vaak zijn de groene zones niet eens toegankelijk voor de patiënten, bezoekers en ziekenhuismedewerkers.
Het Tergooi Ziekenhuis in Hilversum laat zien hoe het ook kan: kankerpatiënten kunnen tijdens hun chemobehandeling plaatsnemen in een speciaal ontworpen paviljoen in de tuin van het ziekenhuis. Dit houten paviljoen beschikt over een glasdak, en de open structuur stimuleert de natuurervaring met al haar positieve effecten op het welzijn van de patiënt.
Wat zou het mooi zijn om een stukje ‘paradijs op aarde’ in alle moderne ziekenhuizen te integreren? Een Perzische tuin. Met een zacht klokkende fontein in het midden en zitplaatsen eromheen waar je kunt uitrusten. Een groene omgeving waar je alleen of met dierbaren naar prachtige planten en bloemen kunt kijken. Een plek die mooie gedachten en helende gevoelens oproept.